Trefwoorden: cultuur en commercie, liefde en afhankelijkheid, machtswellust, dromen over schoonheid
Thema: Macht, cultuur, afhankelijkheid
Genre:
Drama/toneelspel
Samenvatting:
De jaren zestig en zeventig staan in ons geheugen als een periode waarin alles draaide om bevrijding en het overschrijden van oude grenzen. Of het nu om anti-autoritaire politieke bewegingen ging, om een nieuwe seksuele moraal of om het radicalisme van artistieke stromingen als Pop Art of Zero - overal waren mensen bezig met het verkennen van nieuwe, verre en vrije ruimten. Een tijd die, bezien vanuit het perspectief van nu, in meer dan één opzicht als 'voorbij' moet worden aangemerkt.
De man die we in 'Love' leren kennen is een zoon van deze tijd. Beter gezegd: hij zit er nog altijd in bekneld. Want voor heeft het 'alles kan' van die dynamische decennia vooral geleid tot een existentiële leegte. Als er zoveel vrijheid is, waarom voel ik me dan niet vrij? En als alle morele codes suspect zijn, hoe kan ik dan nog bepalen welk gedrag goed is of slecht? Op die vragen had hij toen geen antwoord, en ook nu zitten ze nog in zijn hoofd - hoeveel jaren er ook voorbij gegaan zijn.
Als een verdwaalde zwerft de man die Jongewaard creëert door het landschap van zijn herinneringen, van zijn verbeelding. De esthetiek van oude Warhol-films, de stemmen van Nico en Grace Slick, de witte wereld van de nul-kunstanaars... Dat alles is voor hem nooit geschiedenis geworden en dat maakt hem een vreemde in het heden. En er is nog iets, iets onuitgesprokens: als door een donkere demon wordt zijn leven beheerst door herinneringen aan dwangmatige daden die hij heeft moeten doen en moeten ondergaan onder de vlag van wat seksuele vrijheid werd genoemd, aan momenten waarop hij geacht werd lachend te genieten maar zich toch eerder het slachtoffer voelde van andermans genotzucht. Wat zijn dat voor dwangedachten? Is hem ooit werkelijk iets vernederends, iets verschrikkelijks overkomen? Of is in zijn hoofd uit het zandkorreltje van de verbeelding iets gegroeid dat als een berg van herinneringen is geworden: zwaar en niet van echt te onderscheiden?
In een koortsige verbeelding laat Jongewaard een complex van fantasieën, dromen en trauma's aan zich voorbij trekken. Bevrijding uit dit witte 'soft and easy' spookhuis is niet mogelijk, maar in de loop van de voorstelling komt de man wel tot inzicht over wie hij is en wat zijn werkelijkheid is - en daardoor ook tot een zekere rust.
Marien Jongewaard werkt voor deze voorstelling, net als bij eerdere Nieuw West-producties, samen met Rob de Graaf (tekst) en Hans van der Zijpp (muziek). (Bron: www.nieuwwest.com)
Fragment:
Concept en regieMarien Jongewaard
SpelMarien Jongewaard enCas Enklaar / Dic van Duin
TekstRob de Graaf
TechniekAd Schuring
Productie en zakelijke leidingWernard Zilver
Première op vrijdag 7 oktober 2005, Theater Frascati, Amsterdam
Marien
Hier
Hier moet ik zijn
Hier moet het zijn
Waar ik ben moet het zijn
Moet er een opening komen in de muur
Een gat, een scheur
En dan dring ik naar binnen
Ik heb dit gebouw gezocht
Dit paleis
Volkspaleis
Koepel van glas - als het avond wordt straalt het elektrische licht als een witgouden gloed over de stad
In dit feestgebouw wil ik zijn - omdat hier de mensen zijn
Hier zullen ze me horen
Hier moet ik zijn
Waar is die poort?
Ik heb helemaal niet gerookt, vandaag, en bijna niet gedronken
Ik mag niet hoesten als ik zo dadelijk tegen ze praat
Als ik ze mijn verhaal vertel, een waar verhaal van kunst en weten
Kijk - ik ben ook maar gewoon begonnen als een ei in de dop
Niets zien en niets te zeggen hebben
Geen idee van de dimensies
De ware dimensies van hoe een leven hoort te zijn
Ook later niet
Alles bleef beperking
De geelwitte huid van een stadskind voor wie de zon een verre onbekende is die zich maar zelden laat zien
Voor wie taal niet meer is dan een paar noodzakelijke woorden
Commando’s en kreten van onderdrukking
Kind
Schraal kind
Piskind
Angst en kramp in een bovenwoning
Waar alles wat klein is klein moet blijven
Zo heb ik geleefd
Maar in de jaren die later zijn gekomen heb ik de geluiden opgevangen
De geluiden van het andere, het nieuwe en het grote
Ik hoorde ze in het diepst van mijn lichaam en ik hoorde ze ver weg, op donkere plekken in de stad
De allerjongste klank waarmee de alleroudste waarheid zich laat horen - de waarheid over het leven dat een verslavende pijn is
Begrijp je wat ik bedoel?
Het vuur dat uit een glanzende trompet vonkt - dat was nieuw, in die tijd
Elektrische muziek, geluid dat nooit bestaan had, de stemmen van dronken zangers
Het donker gerommel van angst en argwaan, als op archaïsche trommels wordt geslagen
Ik droomde hoe ik op een straathoek aangesproken werd door een neger die me toefluisterde: ‘Kom mee naar de Casablanca...’
Zijn gouden hoektand blikkerde en ik wist dat ik maar één ding kon doen: ik moest hem volgen, die snelle zwarte
Dat had je niet, bij ons in West
Ik had me los gemaakt, dacht ik
Los van waar ik vandaan kwam
Ik ging ernaartoe, naar die plekken
Ik wilde erbij zijn omdat ik wist dat het bij mij hoorde - ik was ermee verbonden, al kon ik niet zeggen door welke band
In witte zalen werden onvermengde kleuren op een doek gesmeten - een plan lag er niet aan ten grondslag en juist daardoor werd hier een ordening zichtbaar - de systemen van het onbewuste
Ergens anders, waar het donker was en waar de mensen rookten, werden verstandige woorden ontdaan van hun betekenis en tot kale schreeuw gereduceerd
De herontdekking van de klank
Van de waarheid die al bestond toen de taal nog niet was uitgevonden
Nog voordat ik er zelf bij kon zijn had de echo ervan me al bereikt
Iemand liet me een film zien, een film in zwart wit
Ik zag een Jezusbeeld dat aan een helikopter hing die over de wijken van een nieuwe stad vloog
Alles beweging, alles zonder vaste richting
De triomf van de twijfel, het bevrijdende besef dat alles wankel is
Uitleggen kon ik het niet, maar ik wist het zeker: wat er met zo’n filmbeeld werd gezegd, dat zou ik willen zeggen
Ik wilde deel uitmaken van die wereld waar de nieuwe vrijheid als een door niemand vastgehouden mes door de oude lucht flitste
Artiest, wilde ik worden
Mijn innerlijk exploiteren
Ik heb zo lang gezworven
De straten waren nat en de muren bleven hoog
De ochtend van deze dag is jaren geleden begonnen
Ik ben mijn huis uitgegaan - ik kon geen omslotenheid meer verdragen
Ik moest het zoeken in de stad
In het zwart van de slaap en in het donker van de nacht
- De nacht die aan deze dag vooraf gegaan is -
In dat donker heb ik alles bedacht
Nu de ochtend komt is mijn verhaal klaar - en het is sluitend
Ik kan mezelf als existentieel kunstenaar manifesteren
Wat ik nog nodig heb is een podium en een publiek
Deze hele lange dag zoek ik daarnaar
Ik heb gedacht: als ik nou naar het wijkgebouw ‘Eben Haëzer’ ga, in de Van der Pekstraat - zou ik daar niet terecht kunnen?
In zo’n huis waar God gediend wordt moeten toch mensen zijn die wachten op een bericht, op mijn boodschap van de nieuwe tijd?
Maar als ik daar eenmaal ben, in Noord, vind ik de deuren gesloten en het slot verroest
Dus loop ik helemaal terug naar de oude wijken, naar Olympia in de Bellamystraat - maar daar zitten oriëntaalse mannen voor de deur, ze hebben een wereldbeeld dat ik niet ken en ze willen mij alleen maar binnen laten als ik mijn schoenen uit doe - terwijl ik juist heel goed besef dat ik nergens afstand van moet doen
Ik zoek verder naar een plek, overal in de stad - maar het lukt me niet om iets geschikts te vinden
Victoria op de Sloterkade is afgebroken en Bio op de Middenweg kan ik niet meer vinden
Ik loop terug over de Linnaeusstraat - als ik het oude ziekenhuis passeer wordt het me vreemd te moede - maar ik moet verder en ik mag me door de koude wind van dood en destructie niet tegen laten houden
Ja
Dat is het
Ik weet opeens heel goed waar ik heen wil
Er is één plek in deze stad waar ik zeker welkom zal zijn
Terwijl ik door het kale Oosterpark loop en daarna langs de ruïne van de verlaten brouwerij, oefen ik vast wat ik zal gaan zeggen, als ik straks eindelijk bij mijn publiek ben
Ik zal de mensen toespreken over de nieuwe tijd - tijd van snelheid en onzekerheid
Over de opstand van de gekwelde volken zal ik het hebben en over de overwinning van de zuivere kleur
Over de hersens van de toekomst, die zo goed kunnen denken dat eindelijk alle verbanden duidelijk zullen worden
Eerst zal ik alles wat ik weet en denk en voor me zie in woorden proberen uit te leggen - maar als dan die woorden niet toereikend blijken ga ik dansen
De woeste gesticulatie van mijn witte ledematen zal de mensen alles doen begrijpen wat tot dan toe nog een raadsel voor ze is geweest
Zo zal het gaan en zo zal het goed zijn